zondag 20 mei 2012

Into the twilight

Out-worn heart, in a time out-worn,
     Come clear of the nets of wrong and right;
     Laugh, heart, again in the grey twilight;
Sigh, heart, again in the dew of the morn.

Your mother Eire is always young,
     Dew ever shining and twilight grey;
     Though hope fall from you and love decay,
Burning in fires of a slanderous tongue.

Come, heart, where hill is heaped upon hill:
     For there the mystical brotherhood
     Of sun and moon and hollow and wood
And river and stream work out their will;

And God stands winding His lonely horn,
     And time and the world are ever in flight;

     And love is less kind than the grey twilight,
And hope is less dear than the dew of the morn.

From: W.B. Yeats - The Wind Among the Reeds (1899)

Moegestreden hart in een moegestreden tijd: ontglip het web van goed en kwaad. Lach weer, hart, in de grijze schemer; zucht weer, hart, in de morgendauw. Je moeder Eire is altijd jong, de dauw altijd glinsterend, de schemer grijs - al vergaat je de hoop en verteert de liefde, brandend in de vlammen van een smadelijk woord.
     Kom, hart, waar heuvel op heuvel verrijst: want daar vervult het mystieke verbond van zon en maan en dal en woud en rivier en stroom haar wil. En God blaast op zijn eenzame hoorn, en tijd en de wereld vervliegen voorgoed; en liefde is minder zacht dan de grijze schemer, en hoop minder zoet dan de morgendauw.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten